Projectdetails
Veel gehandicapte kinderen in Indonesië worden verwaarloosd. De vrouwenbond van de Torajakerk heeft ooit een programma opgezet om hen te voorzien van hulpmiddelen voor het dagelijkse leven, zoals een looprek of rolstoel. De kinderen ontvangen basisonderwijs en handvaardigheid, waardoor zij de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen.
Werkveld | Zorg voor kwetsbare mensen |
Projectnummer | ID.1.103 |
Streefbedrag | € 17.600 |
Locatie | Indonesië |
Meer informatie
Veel gehandicapte kinderen in Indonesië worden verwaarloosd. De vrouwenbond van de Torajakerk heeft zich het lot van deze kinderen aangetrokken en jaren geleden een programma (RBM) opgezet om hen te helpen. Er worden hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld een looprek of rolstoel, verstrekt en indien mogelijk wordt (aangepast) basisonderwijs gegeven en les in handvaardigheid (voor het maken van verkoopartikelen). Gehandicapte kinderen blijken veel meer te kunnen dan hun omgeving dacht! Dankzij het programma van RBM krijgen ze de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en je ziet ze opbloeien. Inmiddels worden meer dan 570 kinderen en hun ouders en familie begeleid.
RBM biedt twee programma’s aan. Een is vanuit het centrum naar de mensen toe: kinderen worden thuis bezocht door medewerkers van RBM. Het andere programma is in het centrum zelf. Hierbij komen de kinderen naar het centrum van RBM, in Tangmentoe (net buiten Rantepao). Hier kunnen ze een aantal dagen per week een programma volgen. Uiteraard hangt dit van de (fysieke) mogelijkheden van de kinderen af.
Het verhaal van…
Mijn naam is Anna, en ik ben 33 jaar oud. Sinds mijn kinderjaren ben ik doof. Ik was heel eenzaam, omdat ik door andere kinderen werd uitgescholden en gepest. Daarom hielden mijn ouders me dicht bij huis, en mocht ik niet met andere kinderen spelen. Ik ging niet naar school en had al geaccepteerd dat ik nooit zou leren lezen en schrijven zoals andere kinderen. Toen ik 12 jaar was, kwamen er mensen van de RBM bij ons, en overtuigden mijn ouders dat ik met hun programma mee zou gaan doen. Dat was bijzonder omdat wij moslims waren en zij christenen. Mijn ouders gaven toestemming en de volgende twee jaar kwamen mensen van RBM twee keer per week langs om mij onderwijs te geven en om allerlei oefeningen met mij te doen. Dat ging zo goed dat ik later naar het RBM-programma in Rantepao mocht gaan. Daar ontmoette ik voor het eerst andere kinderen net als ik! Eindelijk kon ik met andere kinderen spelen zonder me bang of beschaamd te voelen.
In deze tijd leerde ik lezen, schrijven, rekenen, knutselen en met de computer werken. Ook was ik deel van de RBM-dansgroep (traditionele Toraja- dansgroep). Ik heb zoveel geleerd, zelfs om te kunnen praten! Uiteindelijk heb ik met hulp en de aanmoediging van RBM mijn middelbare schooldiploma gehaald.
De RBM heeft mij in 2010 aangenomen als stafmedewerker. Ik ben verantwoordelijk voor het onderwijs aan de kinderen met een gehoorbeperking. Het is geweldig om juist deze kinderen te helpen en te leren vanuit mijn eigen ervaring. Bij mijn collega’s voel ik me nooit minderwaardig omdat zij mij als een volwaardige collega behandelen. Ik ben RBM veel dank verschuldigd voor de begeleiding de afgelopen jaren en de kans die zij mij geven om hier te werken. Voorheen was het ondenkbaar dat iemand zoals ik een vaste baan had, en daarvoor ben ik en mijn familie heel dankbaar! Ik hoop dat RBM nog vele andere kinderen zoals ik kan helpen in de toekomst!